Duik in de rijke geschiedenis en cultuur van het Midden-Oosten met een van de meest geliefde en decadente desserts: baklava. Dit gebak, dat laag na laag fijn bladerdeeg combineert met zoete noten en een honingachtige siroop, is de ultieme traktatie voor zoetekauwen en fijnproevers. Volgens de overlevering heeft elk land zijn eigen variant en unieke bereidingswijze, maar één ding hebben ze gemeen: de liefde en zorg die in elk stukje wordt gestopt. Hieronder vind je een klassiek recept voor baklava om je smaakpapillen mee te verwennen.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Meng de fijngehakte noten, suiker en kaneel in een kom en zet dit apart.
Bestrijk een ovenschaal lichtjes met gesmolten boter. Leg één vel bladerdeeg in de schaal en bestrijk met meer boter. Herhaal dit proces, waarbij je elke laag bladerdeeg apart bestrijkt met boter, tot je ongeveer 8 lagen hebt.
Verspreid het notenmengsel gelijkmatig over de bladerdeeglagen in de ovenschaal.
Ga verder met het stapelen en bestrijken van de resterende bladerdeegvellen bovenop het notenmengsel, en zorg ervoor dat je elk vel apart bestrijkt met boter.
Snijd de baklava met een scherp mes in kleine vierkantjes of diamanten.
Plaats de ovenschaal in de voorverwarmde oven en bak ongeveer 30 minuten of tot de baklava goudbruin is.
Terwijl de baklava bakt, combineer je water, honing, vanille-extract en een snufje zout in een pan. Breng aan de kook en laat ongeveer 10 minuten sudderen tot het een siroopconsistentie heeft.
Giet de warme siroop er gelijkmatig over het dessert zodra dit uit de oven komt.
Laat de baklava enkele uren rusten zodat de siroop volledig wordt opgenomen.
Garneer optioneel voor een extra mooie presentatie. Strooi b.v. fijngehakte of gemalen pistachenoten, walnoten of amandelen over de bovenkant.
Serveer en geniet van deze heerlijke traktatie!
Voor een extra vleugje smaak kun je wat citroen- of sinaasappelschil toevoegen aan de siroop tijdens het koken.